Ik heb ‘De jongen en de dood’ twee keer moeten lezen met
maanden ertussen. De eerste keer had ik snel-snel het voorwoord gelezen en dan
het boek (te) snel doorbladerd omdat ik nieuwsgierig was. Het had me
teleurgesteld en verward achtergelaten. Ik had geen idee wat de rommelige en
overweldigende prenten betekenden en de duisternis in het boek zorgde ervoor
dat ik een hele tijd geen zin had om het boek opnieuw vast te nemen. Nu,
maanden later, begrijp ik dat ik toen te snel had willen zijn, en dat het niet
het moment was voor mij om dat boek te ‘lezen’. Voor ‘De jongen en de dood’
moet je namelijk rustig gaan zitten. Je moet het voorwoord aandachtig lezen en
je moet je hoofd en je hart openstellen voor deze andere manier van weergeven …
en voor het thema. Want over de dood, of over rouwen, want daar gaat het
eigenlijk om, kun je niet licht gaan. Zeker niet als de auteur-tekenaar alle
cliché’s en alle betekenisloze zinnen voorbij gaat, en de eerlijke realiteit
verbeeldt. Niet ‘hij leeft verder in onze gedachten’ of ‘hij heeft toch een
mooi leven gehad’. Wel rauwe, eerlijke gevoelens van gemis, onrecht,
hulpeloosheid, boosheid, niet kunnen of willen loslaten, dromen, onbegrip,
verdriet. Woorden zijn mooi, maar deze beelden zijn eerlijk. En iedereen die
een gemis heeft moeten doorstaan, zal deze demonen herkennen. Chapeau, Victor
Meijer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten