Om heel eerlijk te zijn had ik weinig verwachtingen bij dit
boek. Enerzijds ben ik altijd geïnteresseerd in huis-tuin-en-keukenwetenschap
en welzijn, anderzijds … hoe interessant kan een heel boek over licht zijn? Het
antwoord is: verrassend interessant! Zo interessant zelfs, dat ik notities in
de kantlijn geschreven heb. In inkt! En dat doe ik alleen als ik een boek écht nuttig vind en wil bijhouden,
want eigenlijk heb ik een hekel aan notities in boeken …
Over de inleiding kan ik weinig zeggen. Die sla ik in zo
goed als elk boek over en ook hier kon Mijn persoonlijke lichtreis mij niet
overtuigen om die gewoonte te doorbreken. Mijn excuses, auteur! Daarna komt de
uitleg wat licht nu eigenlijk is – zowel natuurlijk als kunstmatig licht – en
waarom we natuurlijk licht nodig hebben. Rachitis en fotosynthese kent
iedereen, maar Karl Ryberg heeft het ook over SAD (seizoensafhankelijke
depressie of winterblues), de mestkever die de maan nodig heeft om zijn balletje
mest in een rechte lijn te rollen, waarom ploegenarbeid nefast is voor je
gezondheid … en allerlei andere onverwachte interessantigheden. Vervolgens
bespreekt hij de soorten elektrisch licht en de voor- en nadelen van
verschillende soorten lampen. In huis, maar ook als therapie kun je licht
inzetten om je beter te voelen. Via een zijweg bespreekt Ryberg ook oogyoga en
gezonde voeding.
De drie interessantste delen van het boek zijn voor mij de
volgende. In hoofdstuk 7, Verlichting in huis, geeft hij tips hoe je licht
optimaal kan inzetten in je huis. Spiegels, ramen, lampen, verf … kunnen een
wezenlijk verschil maken voor je welzijn. In Licht door je leven heen haalt
Ryberg een aantal interessante weetjes in verband met licht aan. Zo kunnen vrouwen
ook écht meer subtiele kleurnuances onderscheiden en vinden we niet zomaar
kleuren uit. (Knipoog naar alle mannen die dat al eens gefrustreerd gemompeld
hebben.) In De kleurengalerij legt de auteur uit welk effect kleuren op
ons hebben en hoe we ze dus kunnen inzetten (of vermijden) in ons leven. Zo is
er een reden waarom bureauonderleggers en bibliotheeklampen vaak groen zijn en
kun je geel beter vermijden als je gevoelig bent voor migraine.
Wat mij betreft is het dus echt een onverwacht interessant
boek en ik zal het zeker raadplegen bij mijn volgende verhuis en wanneer ik lampen
kies. Het is niet voor iedereen, maar wie geïnteresseerd is in ogen, kleuren en
natuurlijk licht zal dit boek met plezier lezen.