dinsdag 25 augustus 2015

Dark Places


Pfoe, lezen kan heavy zijn. (Duuh; dat wisten we al; waar kom je nu mee af?; uiteraard; …) Maar écht, ik was er even niet goed van. Verklaring? Ik lees geen thrillers, maar deze leek zo goed dat ik een uitzondering op die regel maakte. Ik wil mezelf nu graag mijn excuses aanbieden. Want het was écht een goed boek; daarom ben ik er ook in begonnen en daarom ben ik ook blijven lezen. Maar veel fantasie hebben, een goede thriller lezen én daarna (zelfs uren later) proberen te slapen … da’s geen goede combinatie.

Of is dat net waarom andere mensen wel thrillers lezen? Vinden die het leuk om hun slaapkamerdeur te zien opengaan en de voetstappen van hun moordenaar te horen? Om dan ondanks hun gezond verstand toch maar even hun nachtlampje aan te steken en de – uiteraard – lege kamer te zien? Of hebben die geen last van dat gevecht van fantasie tegenover gezond verstand? Ik kan niet de enige zijn die hier last van heeft en thrillers verkopen goed, dus blijkbaar zijn mensen echt gek genoeg om dit vrijwillig te doorstaan. 

Maar om uiteindelijk toch maar even ter zake te komen: Gillian Flynn heeft een pracht van een thriller geschreven. Het is alweer even geleden dat ik hem las en de taal is mij niet opvallend bijgebleven, dus die zal  niet uitzonderlijk goed of slecht geweest zijn, maar het verhaal blijft mij wel bij. Ik kom nog steeds situaties of verhalen tegen die mij spontaan aan dit boek doen denken. En het einde is een goed voorbeeld van wat een einde kan zijn (in tegenstelling tot de typische rozengeur-en-maneschijn eindes of de theatrale ‘iedereen gaat dood’-eindes.*) Het boek heeft mijn vertrouwen in de mensheid zowel volledig om zeep geholpen als verbeterd (maar dit heft elkaar spijtig genoeg niet op!) en het zal mij nog een lange tijd bijblijven. Ik zou bijna overwegen om Gone Girl ook te lezen, maar dat zal dan toch niet voor meteen zijn.

Inderdaad een mooie psychologische studie (@Het Parool) en ‘adembenemend knap gecomponeerd’ (VN Detective en thrillergids)!



* Bah, leestekens…


Brussel


‘Brussel’ dus. Ik heb niets met Brussel. Het leek mij een vuile, drukke, onpersoonlijke en vuile (had ik dat al gezegd?) stad. Toen ik er ooit een maand vakantiewerk deed, heb ik niets gezien wat mijn vooroordeel kon ontkrachten. (Hoewel er ongetwijfeld prachtplekken bestaan in Brussel die ik gewoon nog nooit heb bezocht.) Dus ik was nieuwsgierig of het boek mij wel op andere gedachten zou kunnen brengen. Spoiler alert: Brussel is er voor mij niet mooier op geworden, maar heeft wel een genuanceerder karakter gekregen. Hier lees je hoe:

‘Brussel’ is een schets. Een fragment uit het leven van een betekenisloze passant in Brussel. Het ‘verhaal’ heeft geen begin, geen einde en geen erg interessante plotwendingen. Maar het is wel een interessante schets. Het geeft een unieke inkijk in de zakenwereld van Brussel. Een wereld van voorbijgangers, van vluchtige contacten, van wilde feestjes, van koffie, van lange werkuren en van broodnodige (of verplichte?) ontspanning. Een – voor mij – redelijk onbekende wereld met vage bewoners. Ze hebben dezelfde job, hetzelfde uniform, dezelfde interesses, dezelfde blik in hun ogen. En het ‘unieke’ van hoofdpersonage Elvie … maakt haar nog alledaagser dan haar karakterloze stadsgenoten. Want grijs en strak tussen de werkuren, maar bellenblazen en gevoelens koesteren voor een kunstenares in het weekend – dat is toch uniek? Wel … nee, sorry … Ik ben ervan overtuigd dat iedereen wel zoiets heeft. Dat je zo’n gekke trekjes nodig hebt. Het Brussel van deze roman is verstikkend als je je niet af en toe kunt laten gaan. Als je niet af en toe iets geks en kleurrijks kunt doen. Die piekfijn uitgedoste zakenman op het voetpad heeft waarschijnlijk supermansokken aan. En die dame op naaldhakken die een belangrijk gesprek loopt te voeren, heeft thuis waarschijnlijk een diepvrieslade vol raketijsjes. Gewoon, omdat ze dat lekker vindt. En de CEO van het zoveelste grijze bedrijf heeft waarschijnlijk een gênante tattoo op zijn onderrug. En zo wordt ook Elvie weer het meest doorsnee personage van het boek over haar doorsnee Brusselse leven.

Maar doorsnee betekent zeker niet afgekeurd. Als Gerard Reve een fascinerende roman kan schrijven over verveling*, betekent een doorsnee personage met een doorsnee leven ook nog niet per se een doodvonnis voor deze roman. Want hoewel Elvie niet het meest bijzondere personage van Brussel is, is eender welk Brussels personage wel bijzonder voor een lezer die in een huisje met een tuintje in een of ander Vlaams boerengat woont. Het is een wereld die wij niet kennen, waar wij nooit een deel van hebben uitgemaakt en die even exotisch als dichtbij is. Je ziet ze, de grijze zakenmensen, maar je ziet ze in hun alledaagse vermomming. En je hebt geen idee wat voor sokken ze dragen of hoe dronken ze gisteren na hun bedrijfsfeestje waren. En wanneer je er toch achter komt, is het al lang allemaal voorbij in het vluchtige, voorbijgaande Brussel.


* Fascinerend, doch vervelend.