‘Brussel’ dus. Ik heb niets met Brussel. Het leek
mij een vuile, drukke, onpersoonlijke en vuile (had ik dat al gezegd?) stad.
Toen ik er ooit een maand vakantiewerk deed, heb ik niets gezien wat mijn
vooroordeel kon ontkrachten. (Hoewel er ongetwijfeld prachtplekken bestaan in
Brussel die ik gewoon nog nooit heb bezocht.) Dus ik was nieuwsgierig of het
boek mij wel op andere gedachten zou kunnen brengen. Spoiler alert: Brussel is
er voor mij niet mooier op geworden, maar heeft wel een genuanceerder karakter
gekregen. Hier lees je hoe:
‘Brussel’ is een schets.
Een fragment uit het leven van een betekenisloze passant in Brussel. Het
‘verhaal’ heeft geen begin, geen einde en geen erg interessante plotwendingen.
Maar het is wel een interessante schets. Het geeft een unieke inkijk in de
zakenwereld van Brussel. Een wereld van voorbijgangers, van vluchtige
contacten, van wilde feestjes, van koffie, van lange werkuren en van
broodnodige (of verplichte?) ontspanning. Een – voor mij – redelijk onbekende
wereld met vage bewoners. Ze hebben dezelfde job, hetzelfde uniform, dezelfde
interesses, dezelfde blik in hun ogen. En het ‘unieke’ van hoofdpersonage Elvie
… maakt haar nog alledaagser dan haar karakterloze stadsgenoten. Want grijs en
strak tussen de werkuren, maar bellenblazen en gevoelens koesteren voor een
kunstenares in het weekend – dat is toch uniek? Wel … nee, sorry … Ik ben ervan
overtuigd dat iedereen wel zoiets heeft. Dat je zo’n gekke trekjes nodig hebt.
Het Brussel van deze roman is verstikkend als je je niet af en toe kunt laten
gaan. Als je niet af en toe iets geks en kleurrijks kunt doen. Die piekfijn
uitgedoste zakenman op het voetpad heeft waarschijnlijk supermansokken aan. En
die dame op naaldhakken die een belangrijk gesprek loopt te voeren, heeft thuis
waarschijnlijk een diepvrieslade vol raketijsjes. Gewoon, omdat ze dat lekker
vindt. En de CEO van het zoveelste grijze bedrijf heeft waarschijnlijk een
gênante tattoo op zijn onderrug. En zo wordt ook Elvie weer het meest doorsnee
personage van het boek over haar doorsnee Brusselse leven.
Maar doorsnee betekent
zeker niet afgekeurd. Als Gerard Reve een fascinerende roman kan schrijven over
verveling*, betekent een doorsnee personage met een doorsnee leven ook nog niet
per se een doodvonnis voor deze roman. Want hoewel Elvie niet het meest
bijzondere personage van Brussel is, is eender welk Brussels personage wel
bijzonder voor een lezer die in een huisje met een tuintje in een of ander
Vlaams boerengat woont. Het is een wereld die wij niet kennen, waar wij nooit
een deel van hebben uitgemaakt en die even exotisch als dichtbij is. Je ziet
ze, de grijze zakenmensen, maar je ziet ze in hun alledaagse vermomming. En je
hebt geen idee wat voor sokken ze dragen of hoe dronken ze gisteren na hun bedrijfsfeestje
waren. En wanneer je er toch achter komt, is het al lang allemaal voorbij in
het vluchtige, voorbijgaande Brussel.
* Fascinerend, doch
vervelend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten