Ge-ni-aal. Echt waar. Het is een van de weinige boeken waarbij ik
luidop heb zitten lachen terwijl ik alleen in een kamer zat. En toch ook …
hartverscheurend.
Pogingen iets van het leven te maken is het dagboek van een Nederlandse
oudere man. Of zeg maar oude man, we moeten er geen doekjes om winden – hij is
83 ¼ jaar oud. Een oude man die druppelt, alle bekende mensen van vroeger ziet
doodgaan, zijn tijd in een rusthuis slijt, bij de dokter naar euthanasie
informeert en zijn verzameling ouderdomskwalen rustig uitbreidt. Maar hoe
botter het lichaam, hoe scherper de geest lijkt het wel. Hendrik Groen is
namelijk geen knorrend en zeurend oudje, integendeel. Hendrik Groen pleegt
aanslagen op het aquarium, wordt verliefd en lacht zichzelf ermee uit, haalt een
kwajongensachtig genoegen uit de onmacht van de directrice en heeft een
hartgrondige hekel aan bejaarden. Of toch aan het zielige, klagende soort. Hij
heeft meestal geen hekel aan zijn goede vriend Evert, eigenlijk nooit aan zijn
nieuwe vriendin Eefje en amuseert zich kostelijk met zijn ‘Oud maar niet dood’-clubje.
Hun kijk op het leven, rake opmerkingen en soms hilarische stoten zijn twintig
levensjaren extra waard. En echt, ze verdienen ze. Alleen … niet op deze
manier.
Ik zei eerder al dat het boek
hartverscheurend is. Dat is moeilijk in te beelden als je het boek begint te
lezen en als je alle positieve reacties van lezers ziet voorbijkomen, maar
iedereen die nét iets aandachtiger leest, weet wat ik bedoel. Onderliggend is
er nog steeds die belachelijke houding waar onze ouderenzorg al làng
uitgegroeid had moeten zijn: het betuttelen en vernederen van oudere mensen. Ik
zag het een aantal jaren geleden op het nieuws al: oudere mannen die lauwe
koffie moeten drinken uit roze plastic bekertjes, dementerende bewoners die men
een half uur alleen op het toilet laat zitten om dan uit te vliegen als ze
zichzelf bevuild hebben, een regel hebben over hoeveel keren een bewoner zijn
behoefte moet gedaan hebben voor de luier vervangen màg worden … En in dit boek
zien we net hetzelfde. De mensen die nog niet eens zo heel lang geleden
Nederland gedragen en bestuurd hebben, worden nu met scherpe achterdocht
bekeken als ze een uitstapje organiseren of, je moet het maar durven, na tien
uur ’s avonds nog wat willen drinken met hun vrienden. Ze mogen de reglementen
van hun eigen tehuis niet inkijken, worden afgesnauwd door de kok als ze een
maaltijd missen en krijgen verschillende ‘komt ervan’-blikken als ze zich
buiten durven begeven in de wintermaanden en eens uitschuiven. Oh ja, en de
doodsoorzaak van medebewoners? Die blijft ten allen tijde geheim. De bewoners
moesten maar eens inspiratie halen uit alle zelfmoordgevallen …
Het klinkt cynisch en zo is de realiteit
in rusthuizen soms helaas ook. Maar dit boek wilt dat niet zijn en is het ook
niet. Het is alleen tragisch om tussen de grapjes en de vrolijkheid niet alleen
de vergankelijkheid te zien, maar ook het oneerlijke en ja, het belachelijke
van de aanpak. Ik begrijp, net zoals Hendrik Groen, best dat er regels moeten
zijn als er zoveel mensen bij elkaar wonen. En dat veel regels er zijn voor de
veiligheid en de algemene rust. Maar men mag niet vergeten dat het om
volwassenen gaat die een job hadden, een leven, verantwoordelijkheid, vrijheid
en wijsheid. Perfect functionerende en ervaren volwassenen, die misschien wat
vergeetachtig zijn of af en toe vallen - maar niet de helft van hun hersenen
zijn kwijtgeraakt … Ze hebben geen applausje nodig als ze hun bord hebben
leeggegeten (behalve als het eten niet te vreten is) en ze verdienen warme
koffie uit een porseleinen tas. Ook al sneuvelt er dan af en toe een.
Maar dus, na een lange recensie (die
een beetje off topic was) mijn
conclusie: een fantastisch, hilarisch, soms emotioneel boek dat niet beter had
kùnnen zijn. Een echte aanrader die je als een sneltrein uitleest en die je
doet besluiten dat er a) geweldige oudjes in elk rusthuis verstopt moeten
zitten, en b) geweldige oudjes uit elk rusthuis gered moeten worden.*
* Ga je gang, voor ze uit een
raam klimmen. Toch, Jonas Jonasson?
Eens je begint te lezen, wil je niet meer stoppen. En toch wil je ieder stukje zo lang mogelijk rekken om te genieten van het moment.
BeantwoordenVerwijderenMisschien kan het boek ook bijdragen aan de manier waarop je naar je eigen ouders of grootouders kijkt, zij hebben een vol leven achter de rug, waren ook ooit tieners, verliefde jong-volwassenen, bezorgde jonge ouders. Zij hadden ook hun eigen dromen en verwachtingen. Leer hen kennen, luister naar hun verhalen. Zij zijn misschien veel boeiender dan je zou verwachten.