zondag 29 maart 2015

Fourplay



Ik was nog aan het twijfelen of ik het boek zou kopen, toen ik Fourplay opeens cadeau kreeg. Leuk! Maar toen ik het boek daarna doorbladerde, was het wel met gemengde gevoelens. Zo ongeveer:

‘Oeh, leuke foto’s!’ – ‘Hm, gember-aardbei-yoghurtijs… vreemd…’ – ‘Hm, nog meer vreemde recepten…’ – ‘Oooh, dat ziet er goed uit’ – ‘Oh per seizoen? Leuk!’ – ‘Ga ik hier ooit iets uit maken behalve de fetadip?’ – ‘He, leuk concept!’ – enzovoort

Sindsdien heb ik het kookboek al meermaals bovengehaald, maar er nog nooit iets uit gemaakt. Tot deze week. Ik had bloemkool gekocht en herinnerde me dat er in Princess Misia’s kookboek een recept stond met bloemkool. Aangezien de Vlaamse keuken mij niet altijd kan bekoren (en wat is er Vlaamscher dan bloemkool met kaassaus?), was dit een welkom alternatief! Zo gezegd zo gedaan en als ik geen te zoete vinaigrette voor mijn sla had gemaakt en niet te veel zeezoutkorrels op mijn bloemkooltjes had gedaan, was het een zeer lekkere maaltijd geweest. Nu was het iets minder lekker, maar dat was volledig mijn fout. Mea culpa.

Maar het recept zelf was wel geslaagd en dat geeft me vertrouwen om de andere recepten ook uit te proberen. De tapenade van rode paprika en noten bijvoorbeeld – dat kàn toch niet slecht zijn? Met de frittata’s van prei en aardbeien wacht ik anderzijds toch nog maar even. Niet omdat ik frittata’s te exotisch zou vinden, maar omdat ik gruwel van fruit-en-groentecombinaties. En dan spant aardbeien in ei en naast prei – hoewel dat erg mooi rijmt – toch wel de kroon.

Al bij al vind ik het een interessant kookboek om in de buurt te hebben. De foto’s geven zeker zin om aan de slag te gaan (dat helpt altijd!) en de recepten hebben de juiste verhouding tussen vertrouwd en avontuurlijk. Ze lokken je een stapje uit je comfort zone, maar ze belonen je met een lekker resultaat. Bedankt, Princess Misia, ooit word ik dankzij jou – misschien – nog een avontuurlijke eter!

zaterdag 28 maart 2015

Metamorphosis and other stories



Euh, ja... Die Kafka… Wel…

(Laat ik beginnen met mijn conclusie, zodat ik daarna mijn gedachten kan ordenen...)

Hoewel ik niet met mijn gebruikelijke enthousiasme aan dit verzamelde werk begonnen ben en ik een beetje wantrouwig tegenover Kafka stond, is het lezen wel erg meegevallen. Ik kan nog steeds geen louter positieve lofzang afsteken over zijn werk, maar ik zal het ook zeker niet afbreken. Om eerlijk te zijn sta ik er nog altijd wantrouwig tegenover. Vandaar ook mijn eerste aarzeling en het beginnen met mijn conclusie…

(Hoewel dit meer op een inleiding begint te lijken dan op de aangekondigde conclusie, ga ik toch gewoon even door in deze lijn.)

Ik had al twee werken van Kafka gelezen in een of andere vorm. Van Metamorphosis zelf herinner ik me een erg vreemde stripversie die ik zou beschrijven als ‘bevredigend degoutant’.* Van The Judgement of Das Urteil herinnerde ik me bijzonder weinig, behalve dat het ‘bevredigend gruwelijk’** zou aflopen. Deze twee (te) vroege ontmoetingen met Kafka hadden voor mij een stempel op zijn naam gedrukt die intussen niet uitgewist is, maar wel genuanceerd. En net dat maakt het voor mij moeilijk om mijn mening duidelijk te formuleren.

En toch zal ik dat proberen, maar dan in een duidelijke tweedeling.

Aan de ene kant staan de verhalen die ik verwachtte. De erg goed geschreven, maar bevreemdende verhalen die bevredigend en degoutant of gruwelijk zijn qua inhoud. Ze dagen je bijna uit om het boek neusophalend van je weg te duwen, maar houden je toch met een onzichtbare kracht stevig vast. En die kracht zit ‘em in Kafka’s vertelstijl, maar ook in zijn prachtige portretten. Kafka’s personages mogen dan bij momenten buiten-/over-/ondermenselijk lijken, je voelt ze toch elke keer opnieuw aan. Ondanks hun vreemde gewoontes en gruwelijke oordelen herken je ze toch als medemensen. Of nee. Dat niet. Zijn personages zijn te Kafkaiaans*** om uit het boek te kunnen stappen. Maar het voelt wel alsof je in dezelfde wereld vertoeft. Word je dan als lezer meer een toekijkend personage? Ik weet het niet, maar het klinkt niet eens zo vreemd nu ik het opschrijf.

Aan de andere kant staan dan weer de verhalen die ik absoluut niet verwachtte. Verhalen of korte essay-achtige teksten die de menselijke natuur lijken te beschrijven en die daar wonderwel in slagen. Je voelt je bijna geborgen in zijn vertelling. In deze verhalen word jij geen personage, maar komt de tekst uit het boek zich in jouw wereld nestelen. Hoe vreemd dat ook mag klinken, ik blijf erbij. Maar ik begrijp dat je enkele zulke verhalen moet gelezen hebben om te begrijpen wat ik bedoel. Het zou anders wel eens als dure, maar loze woorden kunnen klinken.

Een laatste bemerking die ik graag wil maken is deze: zelfs met een achtergrond in de literatuur weet ik niet goed wat ik van sommige verhalen moet maken. Er zijn verhalen die duidelijk een allegorie zijn zoals Der Prozess, maar er zijn andere verhalen die ik graag zo lees. Zoals ze er staan en zonder allegorieën, symbolen of dubbele betekenissen. Wel als absurde en toch herkenbare verhalen. Hoe Kafka ze bedoelde weet ik niet en hoe ik ze ‘moet’ lezen weet ik evenmin, maar ik zal ze gewoon op mijn manier lezen. Omdat ik ze graag zo lees.

Na deze hele bespreking blijkt dat mijn ‘conclusie’ inderdaad niet meteen een conclusie werd. Maar ach, wat maakt het. Het werk is besproken en mijn gedachten zijn geordend. Het enige wat mij nog rest is mijn aanraden om ‘The Hunger Artist’ te lezen, in welke taal dan ook, en dit:


The Neighbouring Village

My grandfather was in the habit of saying: ‘Life is astonishingly brief. By now it is all so condensed in my memory that I can hardly understand, for instance, how a young man can undertake to ride to the neighbouring village without wondering whether – even if everything goes right – the span of a normal happy life will be enough for such a ride.’




* Het fenomeen heeft waarschijnlijk zelfs een meer officiële naam, maar ik benoem het graag zelf: het plezier halen uit iets waar de koude rillingen van over je rug lopen. Die heerlijke en lichtjes beschamende paradox.

** Ligt in dezelfde lijn als ‘bevredigend degoutant’, maar met een extraatje toegevoegd. Misschien iets in de richting van immanente rechtvaardigheid?

*** Kafkaiaans mag dan een lichtjes andere betekenis hebben gekregen in het algemeen Nederlands, ik gebruik het hier als ‘van Kafka afkomstig zijnde’ of ‘uit Kafka’s unieke brein ontsproten’.


donderdag 19 maart 2015

Blood Meridian



Ik heb in mijn leven nog maar één slecht boek gelezen. Daarnaast heb ik ook één onleesbaar boek (niet) gelezen en nog een ander opgegeven omdat ik het te saai vond.

Dat laatste zou ik best nog een tweede kans willen geven omdat de deadline mij toen niet al te veel geduld gaf. Het onleesbare boek zou ik enkel nog eens vastpakken om aan andere mensen te bewijzen dat het echt onleesbaar is. Maar dat ene slechte boek is voor zo ver ik mij kan herinneren écht het enige slechte boek dat ik ooit gelezen heb. Voor alle tussengevallen had ik een mooie en tactvolle uitdrukking gevonden:

“ik wil het niet opnieuw lezen, maar het was een ervaring 
en ik ben blij dat ik het gelezen heb”

Die ‘ervaring’ zagen veel mensen als een ander woord voor ‘het was een rotslecht boek maar het is blijkbaar literatuur dus ik moet het wel goed vinden’. En toch meende ik het. Ooit schrijf ik daar nog wel eens over.

Nu moet ik – na deze lange inleiding – eerst eens ter zake komen: Blood Meridian van Cormac McCarthy. Info vooraf: ik ben een geweldige fan van Cormac McCarthy na The Road en No Country for Old Men, ik ben geen fan van geweld en martelingen in’t echt of op papier maar heb toch al heel wat gruwelijke scènes gelezen die toch goed waren. Maar dit boek – hoe dapper ik ook begon – heb ik na vier hoofdstukken ’s nachts uit mijn bed geslingerd.

En toch.

Ik ben er nog altijd niet uit of ik het nu verder wil lezen of niet en of ik het boek nu bij ‘slechte boeken’ wil classificeren of niet. Ik hoop op een second opinion. En wat moed. Dan heb ik het boek toch niet enkel gekocht omdat het een mooie cover had…


(Ooit volgt er hopelijk meer over dit ‘geval’.)

woensdag 18 maart 2015

De zomer hou je ook niet tegen




Ik wou zo’n lekker genuanceerd stuk schrijven zoals dat hoort bij literatuur. Zo’n analyse zonder zwart of wit, met meer tinten grijs dan in dat ene boek. Je weet wel. En toen ik een vierde van het boek gelezen had, was ik dat ook echt van plan. Maar enkele paragrafen later wist ik al dat dat niet het geval zou zijn. Het boek is zwart-wit in zijn tekst, in de emoties van de verteller en uiteindelijk ook in mijn waardeoordeel. De auteur, Dimitri Verhulst, gaat het niet beter af. Ik verwerp hen en hemel hen beide op.

Verdorie, die literatuur weer.

Om mijn zwart-witte kijk te illustreren, ruk ik enkele fragmenten uit de tekst. Ik scheur en sleur ze bijna uit het boek, omdat ik het gevoel heb dat ze niet zomaar loslaten en dat zowel de tekst als de auteur nu al een hartgrondige hekel aan dit stuk zouden hebben. Omdat je het boek maar gewoon moet lezen. Niet analyseren, uitleggen, citeren of zelfs waarderen. Gewoon lezen en het ergens in je hoofd een plaats geven. En toch wil ik dit schrijven. Misschien zelfs puur om het een plaats te geven in mijn eigen hoofd. Eens zien hoe dat uitdraait…

“Ook over boeken, de beek waaruit wij dromers drinken.”

De schoonheid van deze zin vloeit van het blad, nestelt zich op je schoot en omhelst je als die warme lentedag waaraan je denkt als het verhaal je over deze zin heen leidt. En de zin grijpt je vast, omdat je de betekenis maar al te goed kent.

“Zou ik nog mogen rondzwerven in dat hoofd van haar?”

De onzekerheid tegenover een steeds onbereikbaardere geliefde op een stille en breekbare manier in woorden omgezet. Een uiterst diepe en persoonlijke emotie, maar meteen een deel van jou als lezer van zodra ze de binnenkant van je hoofd bereikt.

Maar ook:

“ ‘Voor jou eventjes niet, Chopin, je moet niet zo overdrijven voor de eerste keer’, en dwaalde dan weer af, in zijn zachte mijmering.”

En daar komen we aan bij de reden van mijn zwart-witte waardering. Ik verwerp het boek (niet deze zin) door de manier waarop de verteller over zijn medepersonage praat en raak daarmee waarschijnlijk aan de reden waarom zo veel mensen dit boek niet zullen willen lezen, niet zullen willen uitlezen of na het lezen het zullen willen doorboren met een scherp keukenmes. Maar ik hemel het boek ook net daarom op. Omdat het rauw is, en eerlijk, en zo verdomd ongepast. Maar Verhulst zou een tweede Brusselmans zijn als hij ook geen witte kant had voorzien. Ik hemel het boek namelijk niet op louter om zijn ongepaste uitspraken, maar om het contrast tussen de oprechte gevoelens die je vanuit de witregels schuw aanstaren en de harde woorden die zwartgedrukt op je afgeschoten worden.


Ik heb nog een verzameling waardevolle fragmenten, maar wil ze niet citeren omdat ik het gevoel heb dat ik het belangrijkste net gezegd heb. En toch resten er mij nog twee belangrijke elementen, die ik niet onbesproken kan laten: de titel en het einde.


Een meer intrigerende en ogenschijnlijk zinloze titel ben ik nog niet vaak tegengekomen en ook dat maakt het boek weer zo waardevol. Op het moment dat je die enkele woorden op de cover eigenlijk al vergeten was, spatten ze ineens vanuit de tekst in je gezicht. Een ‘aah’-moment volgt en je denkt: ‘Verdorie, dat was er los op.’ Maar laat je vooral niet verleiden. Een boek laat zich enkel lezen van de eerste letter tot de laatste. *

Over de laatste paragraaf van een boek doe ik altijd langer dan over de vorige drie bladzijden samen. Ik wil élk woord begrepen hebben. Elke emotie, elke woordspeling, elke nuance moet tot mij doorgedrongen zijn. Dit boek liet mij met het frustrerende gevoel achter dat het einde niet volledig was. Geen open einde, geen onbegrepen zinnen, maar de bewuste keuze van de auteur om het einde pijnlijk leeg te laten. Een laatste zin die – voor mij – al het voorgaande ongedaan maakte. Maar ook hier: laat je niet verleiden en laat je vooral ook niet beïnvloeden. Maak er jouw verhaal van en neem het in je op zoals het tot je komt.


* En daarmee wil ik klaar en duidelijk zeggen: ga niet bladeren tot je de woorden gevonden hebt. Lees het boek en laat de woorden jou vinden. Want de kracht en de pracht gaat verloren in die ongeduldigheid.


Als allerlaatste noot: het boekje dat ik per se wou hebben heeft mij niet teleurgesteld. Een werk zoals Literatuur zich al vaak heeft bewezen te zijn: in weinig woorden de halve wereldbevolking degouteren en de andere helft met verstomming slaan. In goede of in slechte zin.



Een meer dan geslaagd boekenweekgeschenk.