woensdag 18 maart 2015

De zomer hou je ook niet tegen




Ik wou zo’n lekker genuanceerd stuk schrijven zoals dat hoort bij literatuur. Zo’n analyse zonder zwart of wit, met meer tinten grijs dan in dat ene boek. Je weet wel. En toen ik een vierde van het boek gelezen had, was ik dat ook echt van plan. Maar enkele paragrafen later wist ik al dat dat niet het geval zou zijn. Het boek is zwart-wit in zijn tekst, in de emoties van de verteller en uiteindelijk ook in mijn waardeoordeel. De auteur, Dimitri Verhulst, gaat het niet beter af. Ik verwerp hen en hemel hen beide op.

Verdorie, die literatuur weer.

Om mijn zwart-witte kijk te illustreren, ruk ik enkele fragmenten uit de tekst. Ik scheur en sleur ze bijna uit het boek, omdat ik het gevoel heb dat ze niet zomaar loslaten en dat zowel de tekst als de auteur nu al een hartgrondige hekel aan dit stuk zouden hebben. Omdat je het boek maar gewoon moet lezen. Niet analyseren, uitleggen, citeren of zelfs waarderen. Gewoon lezen en het ergens in je hoofd een plaats geven. En toch wil ik dit schrijven. Misschien zelfs puur om het een plaats te geven in mijn eigen hoofd. Eens zien hoe dat uitdraait…

“Ook over boeken, de beek waaruit wij dromers drinken.”

De schoonheid van deze zin vloeit van het blad, nestelt zich op je schoot en omhelst je als die warme lentedag waaraan je denkt als het verhaal je over deze zin heen leidt. En de zin grijpt je vast, omdat je de betekenis maar al te goed kent.

“Zou ik nog mogen rondzwerven in dat hoofd van haar?”

De onzekerheid tegenover een steeds onbereikbaardere geliefde op een stille en breekbare manier in woorden omgezet. Een uiterst diepe en persoonlijke emotie, maar meteen een deel van jou als lezer van zodra ze de binnenkant van je hoofd bereikt.

Maar ook:

“ ‘Voor jou eventjes niet, Chopin, je moet niet zo overdrijven voor de eerste keer’, en dwaalde dan weer af, in zijn zachte mijmering.”

En daar komen we aan bij de reden van mijn zwart-witte waardering. Ik verwerp het boek (niet deze zin) door de manier waarop de verteller over zijn medepersonage praat en raak daarmee waarschijnlijk aan de reden waarom zo veel mensen dit boek niet zullen willen lezen, niet zullen willen uitlezen of na het lezen het zullen willen doorboren met een scherp keukenmes. Maar ik hemel het boek ook net daarom op. Omdat het rauw is, en eerlijk, en zo verdomd ongepast. Maar Verhulst zou een tweede Brusselmans zijn als hij ook geen witte kant had voorzien. Ik hemel het boek namelijk niet op louter om zijn ongepaste uitspraken, maar om het contrast tussen de oprechte gevoelens die je vanuit de witregels schuw aanstaren en de harde woorden die zwartgedrukt op je afgeschoten worden.


Ik heb nog een verzameling waardevolle fragmenten, maar wil ze niet citeren omdat ik het gevoel heb dat ik het belangrijkste net gezegd heb. En toch resten er mij nog twee belangrijke elementen, die ik niet onbesproken kan laten: de titel en het einde.


Een meer intrigerende en ogenschijnlijk zinloze titel ben ik nog niet vaak tegengekomen en ook dat maakt het boek weer zo waardevol. Op het moment dat je die enkele woorden op de cover eigenlijk al vergeten was, spatten ze ineens vanuit de tekst in je gezicht. Een ‘aah’-moment volgt en je denkt: ‘Verdorie, dat was er los op.’ Maar laat je vooral niet verleiden. Een boek laat zich enkel lezen van de eerste letter tot de laatste. *

Over de laatste paragraaf van een boek doe ik altijd langer dan over de vorige drie bladzijden samen. Ik wil élk woord begrepen hebben. Elke emotie, elke woordspeling, elke nuance moet tot mij doorgedrongen zijn. Dit boek liet mij met het frustrerende gevoel achter dat het einde niet volledig was. Geen open einde, geen onbegrepen zinnen, maar de bewuste keuze van de auteur om het einde pijnlijk leeg te laten. Een laatste zin die – voor mij – al het voorgaande ongedaan maakte. Maar ook hier: laat je niet verleiden en laat je vooral ook niet beïnvloeden. Maak er jouw verhaal van en neem het in je op zoals het tot je komt.


* En daarmee wil ik klaar en duidelijk zeggen: ga niet bladeren tot je de woorden gevonden hebt. Lees het boek en laat de woorden jou vinden. Want de kracht en de pracht gaat verloren in die ongeduldigheid.


Als allerlaatste noot: het boekje dat ik per se wou hebben heeft mij niet teleurgesteld. Een werk zoals Literatuur zich al vaak heeft bewezen te zijn: in weinig woorden de halve wereldbevolking degouteren en de andere helft met verstomming slaan. In goede of in slechte zin.



Een meer dan geslaagd boekenweekgeschenk.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten