vrijdag 16 december 2016

(Gastrecensie) Gegijzeld door IS

Gegijzeld door IS ... Niet meteen een titel waarvan je zegt: "Nu ga ik me eens gezellig in de zetel zetten om een beetje te lezen." Maar toch was mijn nieuwsgierigheid groot genoeg om de stap naar een wereld van pijn en miserie te zetten.

In de inleiding vertelt de schrijfster/journaliste hoe ze ertoe gekomen is om dit boek te schrijven:
Ik was erop gebrand om meer over hen (ISIS) te weten te komen … Nadien volgt een verslag van de werkelijkheid zoals die werd ervaren en herinnerd door Daniel Rye en alle andere betrokkenen. 

Verwacht echter inderdaad een verslag, geen emotionele roman. Puk Damsgård blijft een journaliste en beschrijft eerder dan dat ze vertelt. Ook het gebruik van de derde persoon schept een zekere afstand. Het is maar op enkele uitzonderlijke momenten dat enkele zinnetjes in de ik-vorm een sprankeltje emotie doorlaten: 'Ik kan dit niet! Ik kan dit niet’ gilde hij inwendig uit. 'Ik kan hier niet drie dagen staan om daarna te worden doodgemaakt.' 

En toch is dit boek een aanrader. Je komt heel wat te weten over de geschiedenis van ISIS/IS en je respect voor de weerbaarheid van de mens zal zeker toenemen ...

--------

Bedankt voor deze recensie, Marjan!

dinsdag 1 november 2016

Herbarium


Ik blijk iets te hebben met mooie patronen en designs, in mijn woordenboek ook wel ‘printjes’ genoemd. En laat dit boek nu net het toppunt van mooie printjes zijn. Pagina na pagina van blaadjes, bloempjes, bessen en schoonheid. Maar dit boek heeft ook nog inhoud, naast z’n mooie snoetje (al vind ik dat al genoeg, als ik heel eerlijk moet zijn.) Wist je bijvoorbeeld dat je de bloemen van de dropplant door zandtaartdeeg kunt draaien? Of dat je er marinades voor vlees mee kunt maken? Of dat een aftreksel helpt bij een kater*? En de (antibacteriële!) bladeren kunnen verlichting brengen bij verkoudheden en … nog van alles. Leuk om te ontdekken, toch?

Oké, het klinkt misschien niet spannend. Maar voor iedereen die een beetje groene vingers heeft, geïnteresseerd is in koken en alternatieve geneesmiddelen en die van mooie printjes houdt, is dit een pracht van een boek kerstkado!


* De alcoholische soort. Je huisdier zou ik er niet mee lastigvallen.  

donderdag 27 oktober 2016

Murakami


Twee Murakami’s heb ik tot nog toe gelezen en van twee Murakami’s heb ik tot nog toe gehouden. Ik weet niet hoe of waardoor, maar wat een prachtboeken schrijft die man toch. Niet dat ze je dag beter maken, of dat je de wereld als een mooiere plaats gaat zien. Neen, helemaal niet. Maar toch kun je die boeken niet neerleggen. (Ook al is het 12u ’s nachts en had je je voorgenomen om om 7u op te staan.) Ze gaan vaak over introverte jongeren die bijna imploderen van onzekerheid, over stroeve relaties en diepgewortelde ongelukkigheid. En toch zijn ze zo mooi. Zo waar. Murakami weet met een zachte maar zelfzekere vinger heel rustig precies aan te duiden wat de mens denkt, wat de mens is. Hij haalt uit complexe gevoelens net dat ene puntje, dat ene elementje waar al die andere chaos om draait. Hij legt zijn zachte vinger op de wonde. En zelfs al ben jij zo iemand die meer tijd dan je eigenlijk zou willen spendeert aan het analyseren van je eigen gedachten (én die van fictieve personages), soms tot je er zelf in verloren loopt, toch kent Murakami jou beter dan jijzelf. Geloof je me niet? Lees Murakami. En kom me dan gerust mijn ongelijk bewijzen. Graag zelfs.

PS Zie je die kleine gekleurde post-its? Daar zitten levenswijsheden.

Sherlock Holmes


Na elk verhaal denk ik: “Sir (Arthur Conan Doyle), you’re a genius.” 

Het is niet moeilijker dan dat. Ik heb intussen al menig verhaal verslonden en nooit was ik teleurgesteld. Elke keer opnieuw probeerde ik zelf het mysterie (gedeeltelijk) op te lossen en elke keer opnieuw bleek ik er mijlenver naast te zitten, maar was de ontknoping honderd keer beter dan wat ik zelf had bedacht. Het is absoluut de aangenaamste manier om met je neus op de beperkingen van je eigen creativiteit gedrukt te worden. En het zijn niet alleen die mysteries. Ze zijn geniaal, daar bestaat geen twijfel over, maar de manier waarop ze geschreven zijn … Ik schreef bijna: “de manier waarop Watson ze opschrijft”. Want dat is echt een groot deel van de charme: je gelooft écht dat Watson de avonturen hervertelt, met de ultrarealistische details die het nog echter maken, en voelt de bijzondere vriendschap (en soms ergernis) op zo’n natuurlijke manier. Deze personages zijn echt: Watson heeft moeten beloven dat hij bepaalde zaken niet opschreef voor de betrokkenen er geen hinder meer van konden ondervinden, Holmes is een trouwe maar moeilijke vriend en Baker Street is/was echt hun thuis. Ik betrap mezelf er soms op dat ik zo verstrikt raak in de wereld van Watson en Holmes dat ik de vierde wand bewust even moet doorbreken; om te zien dat er boven het toneel een geniale poppenspeler hangt: Sir Arthur Conan Doyle. En ik begrijp de reacties van de mensen volledig toen hij besloot Holmes te laten sterven: teleurstelling, verdriet en zelfs woede. Want waar haalt hij het recht vandaan om ons onze Sherlock af te pakken?

Deze prachtige, in stof ingebonden, editie werd uitgegeven door Race Point Publishing en staat mooi op het salontafeltje, maar zal daar nooit lang blijven liggen.

woensdag 8 juni 2016

De engel van Sarajevo


Als je mij in het begin van het boek had gevraagd wat ik ervan vond, had ik geantwoord: ‘slecht vertaald en pretentieuze beschrijvingen’. Tegen het einde dacht ik: ‘wat een goed boek. Hoe zou het nu met hen gaan?’

Eerlijk is eerlijk: ik ergerde me soms enorm aan de poëtische beschrijvingen die niet bij de stijl van het verhaal pasten en die soms wat misplaatst leken. De typfouten, de ‘Hollandse’ uitdrukkingen die soms bovenkwamen en vreemde overgangen tussen poëtisch en verhalend maakten me vanaf de eerste pagina’s erg kritisch. Maar ik kan niet anders dan toegeven dat het verhaal in de loop van het boek begon te compenseren voor de stijl. Ik ergerde me minder aan de twijfelachtige vertaling en begon mezelf onder te dompelen in een wereld waar ik niets van kende. Ik kon niet wachten om verder te lezen en begon na te denken over de hele kwestie. Over oorlog, vluchten, oorlogsjournalistiek, adoptie en politieke verslaggeving en bewustwording. Ik bekeek Rudi Vranckx zelfs op een andere manier.*

Zal ik het boek opnieuw lezen? Misschien met een rode pen in de hand. Maar laat het mij onveranderd en onbewogen achter? Zeker niet. Het is een waardevol verhaal en het heeft mijn blik zeker veranderd. Ik ben blij dat ik het gelezen heb.


* Ik heb altijd al veel bewondering voor Rudi Vranckx gehad, maar na het lezen van dit boek zeker. Voor mij was hij het hoofdpersonage van dit boek en op die manier heb ik het gevoel dat ik hem en zijn werk een beetje ken. Maar Rudi, alsjeblieft, wees voorzichtig. 

zaterdag 28 mei 2016

Healthy is funky



Ik lees nóóit vrijwillig inleidingen. En al helemaal niet van kookboeken. En toch heb ik de érg uitgebreide inleiding van dit kookboek gelezen. En er nog iets van onthouden ook. En zelfs enkele tips toegepast op mijn dagelijkse voeding … Wat is er aan de hand?!

Healthy is funky, dát is er aan de hand! Niet dat ik funky wil zijn (1) en dus healthy ben gaan doen (2) – want (2) is zeker geen gevolg van (1) en (1) is niet mijn ambitie – maar wel gewoon het kookboek. Het is écht een goed boek. Heldere info; wat je al wist nog eens op een andere manier verwoord; zachte (niet-opdringerige) aansporingen; en gewoon luid en duidelijk. Het is info die je niet kúnt negeren als je het eenmaal gelezen hebt. 

Mij heeft het bijvoorbeeld aangespoord om havermout nog een kans te geven (véél lekkerder met amandelmelk en fruit!) en regelmatig ga ik er eens in bladeren om een recept uit te proberen of om inspiratie op te doen. En hoewel ik de muziek erin volledig negeer (ik ben daar niet ‘funky’ genoeg voor, denk ik), vind ik het wel een heel leuk kookboek. Het staat vol vrolijke, heldere foto’s, het heeft een mooie opmaak, het is duidelijk, niet overweldigend en het is vooral ook niet pretentieus. Het zijn recepten die Jan met de pet ook kan maken (tot hij ontdekt dat er geen vlees in zit) en wat ik uitgeprobeerd heb, was ook nog eens heel lekker. Zeker een aanrader dus; ík ben er erg blij mee!

Eén van de recepten die ik uitprobeerde, is ‘Linzenburgers met mosterd & tijm’. Het recept vind je hier

Linzenburgers met mosterd en tijm

Heerlijk toch, veggie comfort food?!



woensdag 25 mei 2016

12 years a slave


We hebben allemaal geleerd over slavernij, films gezien, boeken gelezen en ons afgevraagd hoe het in godsnaam mogelijk was. Maar dit boek gaat niet over cijfers, ziektes, politieke kwesties of geld. Het gaat zelfs niet over mishandelingen en generaties van onderdrukte volkeren. Dit boek is te reduceren tot één, ogenschijnlijk belangeloos detail: het leven met maar één bezitting - een deken. Kun je het je inbeelden? Geen lepel, geen mes, geen zeep, geen handdoek, geen pen of papier, niets wat je hoeft te beschermen of waarin je een sprankeltje troost kunt vinden. En als je het al had, word je ook nog eens bestolen van alles wat je een mens maakt: familie, trots, eigenwaarde, rechtvaardigheid, een identiteit, kennis … Onrecht zegeviert en verzet kan alleen maar eindigen in nog meer onrecht … of de dood. Je hele zijn wordt gereduceerd tot je monetaire waarde: zo weinig mogelijk erin stoppen en zo veel mogelijk eruit halen.

En dit boek maakt je daar op een prachtige en unieke manier van bewust. Niet door te klagen, niet door te razen, maar door gewoon rustig te vertellen hoe het was. Zonder wrok en zonder overtuigende retoriek. Je kan zelf je conclusies trekken. Je gaat mee op Solomons weg en staat aan de zijlijn te kijken. De gruwel wordt allesbehalve sensationeel of dramatisch beschreven, maar vergis je niet: je wordt wel tot in je diepste wezen geraakt.* Ik kan dus niet anders dan besluiten dat het enorm goed geschreven is en dat de stijl niet beter had kunnen zijn, maar daar staat wel tegenover dat het te moeilijk kan zijn voor wie het niet gewoon is om in het Engels te lezen. Maar geef het boek dan zeker niet op – zoek gewoon een goede vertaling. Want het verhaal mag zich dan volledig in het verleden afspelen, we kunnen er nog zoveel uit leren …


* Je denkt: ‘oef, die tijd is voorbij’ en ‘dit laten we niet meer gebeuren’. Maar de geschiedenis heeft zo de neiging om zich te herhalen en de mens heeft zo de neiging om niet te zien hoe de geschiedenis zich vermomt …

woensdag 18 mei 2016

Lieve opa, ik help je wel

Dit lieve boekje gaat over de fijne band tussen Fien en opa Bert, maar ook over zijn beroerte, hoe ze schrikt en hoe ze niet helemaal begrijpt wat er gebeurt. Het toont hoe opa nog niet helemaal in orde is als ze op bezoek gaat en hoe ze hem kan helpen om die moeilijke dagen door te komen. Op het einde is opa Bert ook nog niet helemaal de oude (zijn rechterhand wilt bijvoorbeeld nog niet helemaal mee), maar de band tussen de twee is nog helemaal intact.

Het fijne van dit boekje is dat het de angsten en de verwarring van het meisje erkent, maar dat het niet te triestig is. Er zijn kleine, leuke, herkenbare elementen en samen met Fien zien we vooral de positieve dingen. Op die manier kan het boekje zeker helpen om over de eerste schok van een ziekenhuisopname te komen en vooral te focussen op wat er wél kan, in plaats van wat er niet (meer) kan. De lieve en zachte prenten maken het verhaal toegankelijk, de problemen minder afschrikwekkend en ik ben er zeker van dat dit boekje kinderen (en ouders) echt kan helpen om hun gevoelens op zulke moeilijke momenten bespreekbaar te maken.

woensdag 13 april 2016

De jongen op de berg

Wat je moet weten voor je De Jongen op de Berg gaat lezen, is dat het a. een kinderboek is en b. vertaald is door Nederlanders.

Even uitleggen/nuanceren:

De Jongen op de Berg gaat over een zevenjarige* jongen die op korte tijd zijn beide ouders verliest, in een weeshuis terechtkomt, bij zijn tante gaat wonen en Hitler ontmoet. Daarna gaat het bergafwaarts en raakt de kleine Pierrot (onrechtstreeks en toch heel direct) verwikkeld in WOII en het nazisme.

Helemaal geen slecht verhaal, maar je moet het wel met de juiste bril op lezen. Zelf ging ik ervan uit dat het een boek voor volwassenen of eventueel jongeren was, maar dan mist het diepgang, een betere uitwerking van bepaalde veranderingen en een wat complexere verhaalstructuur. Voor kinderen is het echter een fijne roman en wie niet zo met geschiedenis bezig is, leest gewoon een bijzonder verhaal, wie wel wat achtergrond over de oorlogen heeft, kan al wat beter tussen de lijnen lezen.

Wel vind ik het (opnieuw) spijtig dat de vertaling van dit boek zo ‘Hollands’ is. Niet iedereen zal zich daaraan storen, maar John Boyne is een bekende en geliefde auteur en wordt ook door Vlamingen graag gelezen. Voor Vlamingen die iets gevoeliger zijn aan taal, is dit een gemiste kans …

* In het boek wordt meermaals gezegd dat Pierrot in de eerste paar hoofdstukken zeven jaar is, maar net zoals andere lezers vind ik dat ongeloofwaardig, zo niet onmogelijk. Op dat moment gedraagt hij zich als een jongen van een aantal jaren ouder en ook tijdens het verhaal moet hij ouder zijn dan de leeftijd die Boyne hem geeft. Spijtig, en een beetje slordig.


Al bij al kan ik dus zeggen dat het een goed verhaal is voor kinderen, maar dat ik een beetje teleurgesteld ben in de uitwerking ervan. Het boek had zoveel meer kunnen zijn en ik had hogere verwachtingen van John Boyne.

maandag 28 maart 2016

Blommetjes

“Ssst, ik ben aan’t lezen”, zei ik toen ik de eerste keer door Blommetjes bladerde. Hoe kon ik me nu concentreren als ze tegen mij zaten te babbelen? Om dan op de laatste pagina te ontdekken dat er helemaal geen tekst in het boekje stond …



Blommetjes begint triest, grauw, bijna als een winterdip. Maar kleur weeft zich langzaam doorheen de pagina’s en het verhaal wordt vrolijker. Het lijkt lente te worden. Het rode jasje werkt als een hoopvolle rode draad en aan het einde ben je bijna opgelucht: de wereld heeft kleur en je kan weer ademhalen. Je ruikt de bloempjes en je beseft dat dit niet zomaar een prentenboekje is … Dit korte, kleine boekje, geeft je in die paar pagina’s namelijk een hele levensles mee.

En ja, er zijn wel meer boeken met levenslessen of verhalen met rode jasjes. Maar de meerwaarde, het prachtige van dit specifieke boekje is net dat die levensles niet verteld wordt. Doordat de tekst ontbreekt, is er ruimte om je eigen tekst te maken. En die zal je maken, veel uitgebreider en veel doordachter dan wanneer die er al stond. Je maakt je eigen verhaal, je maakt je eigen levensles. En laat de levensles die je hier zelf in leest, nu net diegene zijn die je op dat moment het hardst nodig hebt.

Durf jij te veranderen?

woensdag 23 maart 2016

De kat


Toen ik De kat vastpakte om te beginnen lezen, las ik eerst het citaat op de voorkant: 
“Je hebt voortdurend het idee dat er onder deze vederlichte vertelling een grote en diepe waarheid schuilt.” 
... en vond het vreemd dat de uitgeverij zo’n onzinnig citaat gekozen had om op de cover te zetten. Ik geloofde best dat er in het boek een grote en diepe waarheid kon zitten, maar ik vond het een beetje vreemd om op de cover toe te geven dat je het boek eigenlijk niet begrepen hebt en geen flauw idee hebt wat die waarheid dan zou zijn. Tussen de regels lezen en metaforen ontcijferen is niet altijd eenvoudig, maar dan hoef je er toch nog niet mee te koop te lopen dat je het niet kon?

En toen las ik het boek. Een boek dat eigenlijk (bijna) niets vertelt, niet spannend is, niet echt vrolijk, en toch in één-twee-drie uit is. En ik begreep volledig wat men met die uitspraak bedoelde. Omdat ik ze natuurlijk op voorhand al gelezen had, ging ik tijdens het lezen op zoek naar die diepere waarheid. Ik tastte voorzichtig af of het katje geen metafoor voor ‘geluk’ kon zijn. Maar dat paste toch niet echt. Dan dacht ik dat het misschien een symbool was voor het ‘kunnen’ leven, erin slagen om iets waardevols en betekenisvols te maken van je leven. Maar dat paste ook niet helemaal. En toen besefte ik dat ik het ook niet ging begrijpen. Dat het misschien niet eens te begrijpen viel. Het enige wat ik na het lezen van het boek begreep, was dat dat kleine katje op een manier slimmer was dan de mensen die haar wilden temmen. Dat de mens in dit verhaal eigenlijk onbeduidend is. Dat de natuur en het leven gewoon hun gangetje gaan, wat mensen er ook van maken.

En misschien is dat wel die grote en diepe waarheid – een beetje à la ‘Gods wegen zijn ondoorgrondelijk’. De natuur is veel grootser en machtiger dan de mens. We moeten niet proberen haar volledig te begrijpen of te controleren, want dat kunnen we niet. Wij temmen het katje niet, het katje temt ons.


En zo werd ook ik weer nederig met mijn beide voetjes op de grond gezet. Ofwel begreep ik het niet, ofwel viel er niets te begrijpen, maar de cover had gelijk. En het katje had gelijk. Een waardevol boek vol mysterie en één grote levensles. Wat die ook mag zijn.

vrijdag 18 maart 2016

Heksentaart

Dit vrolijke prentenboek vertelt het verhaal van heksje Ella. Ze voelt zich anders dan de andere heksen want zij houdt niet van zwart en mensen bang maken. Zij houdt van kleuren en suikerspin! Als ze op school een tovergerecht moet maken met ingrediënten die ze zelf eigenlijk maar vies vindt, zoekt ze een oplossing waar iedereen blij van wordt!

‘Heksentaart’ is een lief en eigenzinnig prentenboek dat kinderen zal doen gruwelen en schateren. Het laat zien dat anders zijn helemaal niet erg is en dat je er op je eigen manier toch bij kunt horen. Het valsspelen in de klas is misschien in het echte leven niet aan te raden, maar in de heksenwereld kan het vast!

Dag heksje Ella en juf Pompoen!

vrijdag 4 maart 2016

Het geheime dagboek van Hendrik Groen: Pogingen iets van het leven te maken



Ge-ni-aal. Echt waar. Het is een van de weinige boeken waarbij ik luidop heb zitten lachen terwijl ik alleen in een kamer zat. En toch ook … hartverscheurend.

Pogingen iets van het leven te maken is het dagboek van een Nederlandse oudere man. Of zeg maar oude man, we moeten er geen doekjes om winden – hij is 83 ¼ jaar oud. Een oude man die druppelt, alle bekende mensen van vroeger ziet doodgaan, zijn tijd in een rusthuis slijt, bij de dokter naar euthanasie informeert en zijn verzameling ouderdomskwalen rustig uitbreidt. Maar hoe botter het lichaam, hoe scherper de geest lijkt het wel. Hendrik Groen is namelijk geen knorrend en zeurend oudje, integendeel. Hendrik Groen pleegt aanslagen op het aquarium, wordt verliefd en lacht zichzelf ermee uit, haalt een kwajongensachtig genoegen uit de onmacht van de directrice en heeft een hartgrondige hekel aan bejaarden. Of toch aan het zielige, klagende soort. Hij heeft meestal geen hekel aan zijn goede vriend Evert, eigenlijk nooit aan zijn nieuwe vriendin Eefje en amuseert zich kostelijk met zijn ‘Oud maar niet dood’-clubje. Hun kijk op het leven, rake opmerkingen en soms hilarische stoten zijn twintig levensjaren extra waard. En echt, ze verdienen ze. Alleen … niet op deze manier.

Ik zei eerder al dat het boek hartverscheurend is. Dat is moeilijk in te beelden als je het boek begint te lezen en als je alle positieve reacties van lezers ziet voorbijkomen, maar iedereen die nét iets aandachtiger leest, weet wat ik bedoel. Onderliggend is er nog steeds die belachelijke houding waar onze ouderenzorg al làng uitgegroeid had moeten zijn: het betuttelen en vernederen van oudere mensen. Ik zag het een aantal jaren geleden op het nieuws al: oudere mannen die lauwe koffie moeten drinken uit roze plastic bekertjes, dementerende bewoners die men een half uur alleen op het toilet laat zitten om dan uit te vliegen als ze zichzelf bevuild hebben, een regel hebben over hoeveel keren een bewoner zijn behoefte moet gedaan hebben voor de luier vervangen màg worden … En in dit boek zien we net hetzelfde. De mensen die nog niet eens zo heel lang geleden Nederland gedragen en bestuurd hebben, worden nu met scherpe achterdocht bekeken als ze een uitstapje organiseren of, je moet het maar durven, na tien uur ’s avonds nog wat willen drinken met hun vrienden. Ze mogen de reglementen van hun eigen tehuis niet inkijken, worden afgesnauwd door de kok als ze een maaltijd missen en krijgen verschillende ‘komt ervan’-blikken als ze zich buiten durven begeven in de wintermaanden en eens uitschuiven. Oh ja, en de doodsoorzaak van medebewoners? Die blijft ten allen tijde geheim. De bewoners moesten maar eens inspiratie halen uit alle zelfmoordgevallen …

Het klinkt cynisch en zo is de realiteit in rusthuizen soms helaas ook. Maar dit boek wilt dat niet zijn en is het ook niet. Het is alleen tragisch om tussen de grapjes en de vrolijkheid niet alleen de vergankelijkheid te zien, maar ook het oneerlijke en ja, het belachelijke van de aanpak. Ik begrijp, net zoals Hendrik Groen, best dat er regels moeten zijn als er zoveel mensen bij elkaar wonen. En dat veel regels er zijn voor de veiligheid en de algemene rust. Maar men mag niet vergeten dat het om volwassenen gaat die een job hadden, een leven, verantwoordelijkheid, vrijheid en wijsheid. Perfect functionerende en ervaren volwassenen, die misschien wat vergeetachtig zijn of af en toe vallen - maar niet de helft van hun hersenen zijn kwijtgeraakt … Ze hebben geen applausje nodig als ze hun bord hebben leeggegeten (behalve als het eten niet te vreten is) en ze verdienen warme koffie uit een porseleinen tas. Ook al sneuvelt er dan af en toe een.

Maar dus, na een lange recensie (die een beetje off topic was) mijn conclusie: een fantastisch, hilarisch, soms emotioneel boek dat niet beter had kùnnen zijn. Een echte aanrader die je als een sneltrein uitleest en die je doet besluiten dat er a) geweldige oudjes in elk rusthuis verstopt moeten zitten, en b) geweldige oudjes uit elk rusthuis gered moeten worden.*


* Ga je gang, voor ze uit een raam klimmen. Toch, Jonas Jonasson?

dinsdag 23 februari 2016

Veg!


Als er één groentekookboek is dat zelfs de koppigste vleeseters kan bekoren, dan is het wel Veg! Niet dat iedereen van vandaag op morgen een overtuigde vegetariër moet worden, maar als we met z’n allen wat meer groente en wat minder vlees eten zouden eten, zou de wereld er zeker niet op achteruit gaan. Dat vindt ook de auteur van dit boek, die trouwens geen vegetariër of veganist is. Hugh Fearnley-Whittingstall is naar eigen zeggen een selectieve omnivoor: hij eet wel vlees, maar hij doet het bewust en kieskeurig. Geen supermarktvlees voor hem, maar wel ethisch en verantwoord gekweekt voedsel. Zo kan het dus ook: minder vlees eten (wat planeet, dier en mens ten goede komt) en àls je het eet, dan bewust en verantwoord. Lijkt mij een goeie deal!

Los van het feit dat ik een fan ben van de principes van deze kok, is het ook op zich een fantastisch kookboek. Het zijn mijn soort recepten (lekker, niet al te ingewikkeld, toch vernieuwend, comfortabel*, vertrouwd én uitdagend …) en het boek is erg goed ingedeeld. Geen desserts tussen de voorgerechten, geen chique feestmalen tussen dagelijkse kost, geen pad thai tussen wortelstoemp en andijviestoemp: wel de eenvoudige logica van ‘zin in soep?’, dan ga je naar soepen; ‘zin in tapas?’, dan ga je naar tapas; ‘nood aan comfortfood?’, dan ga je naar comfortfood. Het lijkt allemaal simpel, maar er zijn kookboeken die daarvan zouden kunnen leren. Wat ik ook erg belangrijk vind, en ik heb gehoord dat ik niet de enige ben, is foto’s bij de gerechten. Soms wil je gewoon in één oogopslag kunnen zien of het gerecht iets voor jou is. Hier staat bij elk gerecht een foto en daar ben ik heel dankbaar voor (al is het maar om te controleren of mijn bereiding er écht zo uit moest zien … oeps …) Verder is het ook fijn dat het kookboek geen pretenties heeft: geen poespas en geen overgeslagen stappen. Ken je het fenomeen waarbij je de auteur van je kookboek niet kunt uitstaan, alleen maar door de manier waarop hij/zij de recepten opstelt? Onnodige deftigdoenerij, stappen/ingrediënten die nonchalant overgeslagen worden, een tijdsaanduiding die zelfs de Road Runner ongelovig zou  doen kijken, ingrediënten die de kok meegebracht heeft van zijn reisje naar Indonesië … Ken je het type? Wel, dat doet Fearnly niet. Elke geïnteresseerde amateurkok kan zijn gerechten maken. Sympathieke mens, die Hugh.

Om je een idee te geven van al het lekkers in Veg!, krijg je er een recept bij! Mét foto (van hoe het eruit zou móeten zien) …

* Er zijn nu eenmaal van die dagen waarop ik écht geen zin heb om te exotische of nieuwe dingen te maken of te eten. Van die dagen waarop koken (én eten) snel, lekker en makkelijk moet zijn.

Chilipepers gevuld met bonen (uit Veg!)



vrijdag 19 februari 2016

My new roots


Wat een mooie titel, toch? Verschillende lagen in de betekenis, persoonlijk, uitnodigend en zegt alles wat hij moet zeggen.* Ook de mooie foto’s en de leuke inleiding zorgden ervoor dat ik dit kookboek al meteen wou doorsnuffelen. Ik was vastbesloten dat dit een van mijn lievelingskookboeken zou worden, dus begon ik enthousiast te bladeren. Lees mee wat er ondertussen door mijn hoofd schoot:

Kiemen kweken: euh, nog nooit gegeten, maar dat wil ik wel eens proberen!

Freekehburgers: ik ben een fan van veggieburgers, maar waar moet ik in hemelsnaam ‘freekeh’ vinden? 
Za’atar: ken ik ook niet – ah, je kan het zelf maken! – euh, wat is sumak?
Meiraap-radijssalade met maanzaaddressing: maanzaaddressing, ok. Maar meiraap en radijs zijn niet mijn ding. Denk ik.
Oesterzwambisque: daar gaan we, champignons. En wat is ‘bisque’?
Quinoarisotto met gegrilde knoflookstengels en rucola: knoflookstengels? Waar koop je dat?!
Belugalinzensalade met tzatziki, avocado en erwtenscheuten: ok, vreemde combinatie maar klinkt lekker. Maar waar vind je erwtenscheuten?

Toen was mijn enthousiasme al wat getemperd. Ik hou van nieuwe dingen, maar ik loop niet graag tien winkels af om te vinden wat ik nodig heb voor één maaltijd en zeker niet als ik niet eens weet of het lekker zal zijn. Dus begon ik te bladeren naar gerechten en ingrediënten die íets vertrouwder klonken:

Kokosspeksandwich met sla en tomaat: ja! Kokosspek wil ik al lang eens proberen! Ingrediënten: tamari (wat is dat?), vloeibare rook (wat is dat?), dingen die ik wel ken, grote ongezoete kokosvlokken (waar haal ik dat?).

De vloeibare rook staat uitgelegd, maar het blijkt nog altijd moeilijk te vinden in winkels. Ben ik dan zo’n nitwit dat ik al die ingrediënten niet ken? Of ben ik zo kleinburgerlijk dat ik dit alles wat teveel moeite en experimenteren vind? Je zou er onzeker van worden! Ik probeer op dit moment dus nog steeds te beslissen of ik het boek wil houden. Even een pro en contra-lijstje maken:

Pro:
- Ik wíl het graag leuk vinden
- Mooie foto’s
- Seizoensgroenten, bio, veggie, … - alles wat ik wil!
- Nieuwe dingen ontdekken
- Goede tips
- Zíet er allemaal wel lekker uit

Contra:
- Leuk om in te kijken, maar niet uitnodigend om écht mee aan de slag te gaan
- Teveel moeite: ik ken veel niet of moet te hard zoeken naar ingrediënten
- Te experimenteel: ik heb graag één minder bekend element om te ontdekken, geen drie
- Tegenovergestelde van comfort food. Ik moet echt moed verzamelen om zulke gerechten te maken**

Voor mij is het dus een twijfelgeval. Het is zeker leuk, maar niet helemaal mijn ding. Te onbekend, te experimenteel en over het algemeen eerder niet mijn smaak. Maar ik ben er zeker van dat andere mensen net het omgekeerde zullen zeggen en enorm blij zullen zijn met dit prachtige kookboek. Pak het dus zeker eens vast als je in een boekhandel staat en leef je uit!


* Toegegeven, deze titel zegt voor sommige mensen helemaal niets. Niet iedereen verstaat Engels en misschien moeten we wat trotser zijn op onze eigen taal. Maar anderzijds begrijp ik de keuze: ‘Mijn nieuwe wortels’ betekent dan wel bijna hetzelfde, mét dubbele betekenis, maar klinkt bijlange niet zo hip.
** Is dat een bekend fenomeen of ben ik de enige die op sommige dagen niet de moed kan vinden om nieuw eten uit te testen?

Het grootste en leukste beeldwoordenboek ter wereld

Ik hou van beeldwoordenboeken. Taal, kinderen die taal leren en leuke illustraties: het zijn maar drie van mijn (vele) zwaktes. Dus ik was heel erg enthousiast toen ik het vrolijke boek aankreeg. Toen ik er eens door bladerde, werd ik echter overdonderd. Het zijn best wel grote en best wel volle (zeg maar bomvolle) pagina’s. Ik wist niet waar kijken en zag al snel dat het boek niet ideaal is om samen met kinderen in te kijken en de woorden voor te lezen. Het zou te moeilijk zijn om bij te houden wat je al voorgelezen hebt en wat niet en de bijschriften zijn toch niet op kindermaat. Het zijn vaak grappige woordspelletjes, dat wel, maar onbegrijpelijk voor kinderen en niet erg educatief. Maar ik besloot mijn eindoordeel uit te stellen en het boek aan de ultieme test te onderwerpen: mijn nichtje E’tje. E’tje is leergierig, een boekenwurm en was die dag wat ziek en hangerig: het ideale jurylid in de ideale situatie dus. Nichtje A’tje was ook nieuwsgierig en kwam erbij zitten.

BAM! Meteen een succes, want op de eerste pagina stond familie poes. E’tje is in haar vrije tijd ook een poes en voelde zich dus meteen thuis bij Otto en mama en papa poes. De pagina’s vond zij in het begin echter ook wat overweldigend. Ze wist niet waar kijken en zocht naar bekende elementen (vooral familie poes) omdat ze nooit alles tegelijk kon zien. Voor A’tje, die jonger is en minder goed kan stilzitten, was het boek zeker te veel. Zij duidde op elke pagina dan maar enthousiast dezelfde vijf dieren aan en kreeg een bijzondere fascinatie (en zesde zintuig) voor de papegaaien. Geen idee waarom ze die zo leuk vond of waarom die telkens terugkomen, maar het is een leuke running joke.

Al bij al waren de nichtjes dus wel enthousiast, maar op “voorlezen?” moest ik vastbesloten "nee" antwoorden en ik denk dat ze maar 20% van elke pagina echt gezien hebben. Wat trouwens niet erg is, want dan gaat het boek langer mee omdat ze elke keer iets nieuws kunnen ontdekken. Voor mij was het niet helemaal wat ik verwacht had, voor kinderen kan het dus wel erg leuk zijn. Gewoon zelf even in laten bladeren, dan weet je meteen of het klikt!

dinsdag 12 januari 2016

Uit de kast ...

(Onder het motto: het hoeft niet altijd zo nuttig te zijn.)

Ikhounietvandikkeboeken!

Pfoe … dat is eruit … Ik schaam me soms om dat te zeggen. Afgestudeerd in de literatuur en dan in een uitgeverij gaan werken, maar niet van dikke boeken houden … Ik heb er al heel wat fronsende blikken voor gekregen. En toch blijf ik bij mijn punt. Ik hou van kort, krachtig en efficiënt. Ik geraakte niet eens door To the lighthouse (zelfs niet bij de vijfde, vastbesloten poging) en dat is een klein en dun boekje. Anna Karenina? 1/3 gelezen; Max Havelaar? door geworsteld omdat ik het moest lezen; The hundred year old man who climbed out of the window and disappeared? Geweldig grappig boek, maar tegen het einde had ik het ook wel gehad. Als mensen mij dan ook een boek aanreiken met de boodschap ‘Dit moet je écht lezen!’ en het is te dik, trek ik als een prototype van de snelle generatie mijn neus op. Maar geef mij een kortverhaal en ik zal, als dat nodig is, elke zin drie keer lezen tot ik het volledig begrepen heb, zodat ik daar misschien langer over doe dan iemand anders over een ‘dik boek’. Zo snel ben ik dus niet, maar het is wel uit voor ik het beu ben. Geen feestje dat nog doorgaat nadat eigenlijk iedereen al naar huis is, geen eindeloos uitgemolken tv-serie, geen mensen die langer blijven dan ze eigenlijk welkom zijn.* Dus geen oneindige 19e-eeuwse romans voor mij, geen fantasy die mij uit mijn eigen wereld wegzuigt en me dan doet verdwalen in hun wereld en vooral ook geen reeksen. Brr … **

Maar dat mag. Een redacteur is ook maar een mens en ik hoef me niet meer te verstoppen omdat ik niet van dikke boeken hou! Toch?


* Hebben wij een Nederlandse tegenhanger voor de prachtige uitdrukking ‘to overstay your welcome’?

** Behalve Harry Potter natuurlijk, zo consequent ben ik dan ook weer niet.

vrijdag 8 januari 2016

De filosoof sterft



… en hij sterft ook daadwerkelijk. Ze overdreven niet toen ze op de achterflap schreven: “De filosoof sterft beschrijft het sterven van een tachtigjarige professor.” Dat is inderdaad wat hij doet en dat is ook het enige wat hij doet. Naast denken en dromen. Er zijn mensen die nu al zouden weglopen omdat het ongelooflijk saai klinkt en er zijn mensen die geïntrigeerd zijn. Hoe vul je een boek met een stervende filosoof?

Ik ben van de laatste soort. Ik hou wel van filosofie en hoopte dat ik filosofie in romanvorm zou kunnen volgen – mijn achtergrond in de wijsbegeerte is namelijk niet enorm breed. Ik vroeg me ook af hoe het sterven weergeven zou worden. Zou de auteur het echt gewaagd hebben om een voorstelling te maken van het sterven? Van de ervaring van het doodgaan?

Ja, dat deed hij. En hij is er wonderwel in geslaagd om dat op een ‘geloofwaardige’ manier te doen. (Maar wie ben ik om daarover te oordelen?) Geen engelenkoren, geen chronologische diashow van betekenisvolle momenten, geen laatste reutel en geen dramatisch afscheid. Gewoon het rustige heengaan van een filosoof. Met begrip en onbegrip, met vrede en verdriet, met berusting en strijdkracht, met alles wat je van een mens – en een filosoof – verwacht. Hij claimt niets te begrijpen, behalve zichzelf; en zelfs dat eigenlijk niet. Hij wordt zichzelf. Hij verinnerlijkt. Hij wordt een materieloze idee. Hij wordt wat hij eens was, niet voor zijn wedergeboorte, maar voor zijn eerste geboorte.

Het mooie van dit ‘worden’ is dat er geen pretentieuze kennis of begrijpen aan vast zit. Het gebeurt gewoon zo en de filosoof begrijpt gaandeweg. Hij wordt geen zwevende ziel of een engel onderweg naar de hemel. Hij wordt ook niet niets. De tweedeling tussen de Christelijke idee en het verzet daartegen, waar hij tijdens zijn leven altijd mee geworsteld heeft, mondt uit in een mooi evenwicht: de filosofische idee. Hij was en blijft een denker. Hij laat zijn lichaam achter en wordt puur gedachte.

Terwijl ik dit schrijf, besef ik dat ik meer opgestoken heb van deze roman dan ik besefte. Want het is een moeilijk boek. Ik ben iemand die élk woord en élke zin in een roman ten volle begrepen wilt hebben; ik lees regelmatig een aantal zinnen opnieuw (en opnieuw, tot ik ze begrepen heb), maar hier heb ik dat idee snel opgegeven. Ik heb over zinnen heen gelezen, beseffend dat ze niet doordrongen, maar dat ik ze ook niet zou begrijpen. Ik weet niet of het eersteklas filosofie is of een filosofie die te persoonlijk is om te begrijpen, maar ik kon zeker niet alles volgen. En dat is oké. Want ik zie nu hoeveel ik wel begrepen heb. En het boek heeft mij meermaals tot een verrassend besef gebracht of een intenser begrip van bepaalde zaken.

Het is voor mij dus zeker een waardevolle leeservaring geweest, maar ik ben niet zeker of ik het opnieuw zal lezen. Ik zou het liever telkens weer doorgeven om te kijken wat andere mensen ervan maken. En om hier dan te komen berichten. Filosofen?

donderdag 7 januari 2016

Go set a watchman


De media hadden hun mening al snel klaar over Go set a watchman. Het zou bijlange niet zo goed zijn als To kill a mockinbird, het zou een flauwe kladversie zijn, het zou een slecht vervolg zijn en het zou vooral verschrikkelijk racistisch zijn. Niet lezen dus. En toch schoven de boeken vlotjes over de toonbanken – verbazing alom, want het was toch zo’n slecht boek. Volgens De Standaard heeft een boekhandel in de VS zelfs aangeboden om de ontgoochelde kopers terug te betalen omdat “het teruggevonden boek bedrieglijk is aangeprezen als een volwaardige nieuwe roman, terwijl het meer een academisch document is dat inzicht biedt in Lee’s werkmethode. ‘Dit is pure uitbuiting van zowel literatuurfans als van een geliefde Amerikaanse klassieker’, schrijft de boekhandelaar op zijn website.” (07/08/2015)
Dan vraag ik mij af: wie van deze mensen heeft de twee boeken ook daadwerkelijk gelezen? Is die boekhandelaar zelf wel een ‘literatuurfan’ en waarom denkt hij in onze naam te mogen spreken? Hebben die mensen de tijd genomen om zelfs maar twee minuten opzoekingswerk over het boek te doen? Hebben ze tijdens het lezen eigenlijk wel gemerkt dat Go set a watchman geen volledig nieuw verhaal is? Want ik zou het niet geweten hebben.* (Onbelangrijk, maar) heeft die boekhandelaar trouwens enig idee hoe een academisch document eruitziet? Of wat een werkmethode is? En nog eens, omdat het toch wel een redelijk cruciale vraag is: hebben deze mensen de boeken ook echt gelezen? Zelf, met hun eigen ogen en eigen grijze cellen?
* Denk ik, het is al even geleden dat ik het boek las.
U raadt het al: ik vond het wél een goed boek. Ja, het was anders dan To kill a mockingbird, qua sfeer en qua inhoud. Maar wie leest er nu graag twee variaties op hetzelfde? (Dat is net hun kritiek!) Het was moeilijker, het was politieker en je werd niet ontroerd door twee mondige kinders en hun unieke vader, Atticus Finch. Maar Scout is in deze roman dan ook volwassen, ze ontdekt dat niet alles was wat het leek en dat dé rechtzaak in haar kindertijd geen alleenstaand geval was. Dat haar wereldje van spelen en avontuur dat enkel dáardoor onderbroken werd, een illusie was en dat Atticus hen vakkundig beschermde tegen al de rest. Dat zij bijna uniek was met haar blik die geen vooroordelen kende.
Het is inderdaad zo dat Atticus’ blik blijkbaar wel (racistische) vooroordelen kende. Dat hij niet de idealistische voorvechter blijkt te zijn die hij in To kill a mockingbird leek. Maar wat dacht je dan? Dat een blanke Amerikaanse man in die tijd volledig vrij van vooroordelen kon leven? Dat hij immuun was voor alles wat alle (blanke) volwassenen om hem heen ooit hadden gezegd? Nee natuurlijk niet. Hij was ook een kind van zijn tijd. Hij ging alleen bewuster met die vooroordelen om en probeerde er bewust iets aan te veranderen, met vallen en opstaan. En dat beeld van de idealistische vader? Hebben ze er ooit bij stilgestaan dat de lezer dat enkel heeft omdat dat is wat Scout zag? Dat ze bij haar terugkomst zelf ook beseft dat dat kinderlijke naïviteit was?
Dát is net de waarde van Go set a watchman. De sfeer en het realisme van deze roman sluit perfect aan bij de verhaallijn. Geen kinderverhaaltjes en gescheurde broeken meer. Nee, een jonge vrouw die met een volwassen blik ziet wat ze als kind niet zag. En de lezer met haar. Of Go set a watchman nu een kladversie was van To kill a mockingbird of niet; of het ervoor of er na geschreven is; of een of andere boekhandelaar het nu wel of geen literatuur vindt … Het maakt mij niet uit. Voor mij is het een prachtig tweeluik dat een ereplaatsje krijgt in mijn boekenkast.
(Het enige wat mij bij deze roman écht tegensteekt is de controverse rond de publicatie ervan. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat men geen misbruik heeft gemaakt van de verslechterde gezondheid van Harper Lee en het overlijden van haar zus, want dan mogen ze van mij gerust alle exemplaren in brand steken. Het is een geweldige roman, maar dat is het niet waard.)

Cleo

Bij sommige boeken zweven mijn vingers boven het toetsenbord … tot ze aarzelend beginnen te typen, dan weer een aantal woorden wegdoen, wat anders typen en dan komen ze uiteindelijk op gang. Bij Cleo gaat dat, op dit moment, net zo.
 
Cleo is een klein meisje dat het even moeilijk heeft: ze moet zo veel, de andere kinderen lachen met haar bril en haar enige vriend is haar dappere zwarte kat, Amadeus. Dus fantaseert ze over de avonturen die ze zou kunnen beleven als ze wegging en in die avonturen leert ze plots een nieuwe vriend kennen die het leven plots wat gemakkelijker maakt ...
Cleo is een heel leuk boek met prachtige tekeningen, echt waar, (en hier zou ik kunnen stoppen) maar … is het echt ‘voor dagdromers vanaf 5 jaar’? Is het echt een kinderboek? Pas op, ik begrijp waarom ze dat zeggen. Maar dan moet het een behoorlijk rijpe en dappere vijfjarige zijn, die niet bang is van de intense tekeningen en monsterachtige wezens in het boek. Een wat ouder kind zal daar al iets minder moeite mee hebben.
Maar … mag ik iets geks zeggen? Mag ik heel voorzichtig opperen dat dit eigenlijk een prentenboek voor volwassenen is? Herkent de mama of de papa die dit verhaaltje voorleest zich niet beter in Cleo dan de vijf-/zes-/zevenjarige op hun schoot? Is het niet mama of papa die zich altijd moet haasten, die veters moet strikken en tegelijk de kinderen hun haar moet kammen? Die mee moet rekenen, schrijven, lopen én ook nog eens goed moet luisteren én ook nog eens zijn eigen werk moet doen? Die wel eens wilt weglopen, die zonder over de consequenties na te denken zomaar de wijde zee op wilt varen om de frisse lucht op te snuiven, de stress te voelen wegzakken, de zonsopgang te zien, sterren te plukken, te dansen bij de zeemeerminnen, een dutje te doen in de wolken en om dan uiteindelijk te ontdekken dat je dicht bij huis een hele goeie vriend hebt die je dat gevoel kan geven? Waarop je kan rekenen en waarmee je de hele wereld aan kan? Klinkt dat niet heerlijk?
En daarom:
Cleo, het prachtige prentenboek voor dappere vijfjarigen, maar vooral voor hun mama’s en papa’s.

woensdag 6 januari 2016

Stoner



Het is alweer even geleden dat ik Stoner las, dus moet ik mijn geheugen opfrissen met een aantal hulpmiddelen:
- Thee (door de associatie van geuren en herinneringen en in de veronderstelling dat ik thee dronk tijdens het lezen – wat erg waarschijnlijk is.)
- Mijn boekenlogboek (waarin ik al vier(!) jaar noteer wat ik lees – heel leuk om in terug te bladeren.)
- Het boek zelf (waarin ik uiteraard niets noteer, maar dat wel leuk is om in terug te bladeren.)
En ja hoor, het komt weer terug …
 
Waarom ik dit boek besloot te kopen en te lezen:
Toen ik het kocht had het al in elke (boeken)winkel gelegen, net als The Butcher’s Crossing. Er werd veel drukte om gemaakt, maar het leek alsof niemand het boek echt gelezen had of er iets over te zeggen had. En toch was het blijkbaar belangrijk. De cover trok mijn ogen telkens weer naar zich toe en ik begon in mijn hoofd een beeld te construeren van de roman. Hij zou symbolisch zijn voor de eigentijdse Literatuur, heel vernieuwend zijn en direct of indirect over drugs gaan. Stoner … weet je wel …
De korte inhoud:
Drugs? Nee, dat bleek allesbehalve correct te zijn. Misschien zat Williams aan de drugs tijdens het schrijven, dat weet ik niet, maar dat zou dan ook het directste verband zijn dat ik kan vinden.
Het boek gaat wel over “een redelijk karakterloos hoofdpersonage dat gaat studeren, trouwt met een onbereikbare vrouw, bijna per ongeluk professor wordt en een redelijk betekenisloos en karakterloos leven leidt.” (Mijn logboek)
Heel vernieuwend of spannend is dat niet (merk op hoe ik de saaiste woorden nóg saaier maak door er twee keer ‘redelijk’ voor te zetten) en tóch was er een reden waarom het boek mij aantrok.
Bevinding:
Het klinkt misschien contradictorisch, maar het boek is écht goed geschreven, hoewel het bijna een niet-verhaal is. En het leest vlot, hoewel er bijzonder weinig gebeurt en het enthousiasme er niet bepaald van afdruipt. Als je ooit De Avonden van Gerard Reve hebt gelezen, zou je bang kunnen zijn dat het zo’n literatuur is. Dat boek druipt dan wel, maar van de verveling – zowel inhoudelijk als qua leeservaring. Maar dat gebeurt hier niet. Het hoofdpersonage onderneemt weinig en wat hij wel doet beleeft hij niet echt, maar dat is net de kracht van het boek. De gebeurtenissen en het ervaren daarvan worden overschaduwd door Stoner die alles kapot analyseert (of door zijn paniek het meeste wegfiltert). En toch is het ook geen Virginia Woolf: het hoofdpersonage is niet de verteller. Je verdrinkt niet in een eindeloze stroom van reflecties; nee, je staat aan de kant en je probeert Stoner als lezer toe te schreeuwen dat hij uit zijn eigen hoofd moet komen, je probeert door de gedachten (of paniek) heen flarden van het gebeuren te zien. Omdat dat allemaal misschien erg vaag klinkt, leg ik het uit aan de hand van een fragment.
Fragment:
Tijdens zijn eigen huwelijk:
“A stranger with a round collar stood before them; he was short and fat and had a vague face. He was mumbling words and looking at a white book in his hands. William heard himself responding to silences. He felt Edith trembling beside him.
Then there was a long silence, and another murmur, and the sound of laughter. Someone said, ‘Kiss the bride!’ He felt himself turned; Finch was grinning at him. He smiled down at Edith, whose face swam before him, and kissed her; her lips were as dry as his own.”
En zo gaat het nog wel even verder. De paniek die zich meester maakt van Stoner is prachtig weergegeven in weinig woorden. De paniek filtert weg wat je in een normale situatie zou zien en horen en focust op onbelangrijke details: hoe die stranger (ook wel ‘priester’ genoemd) eruitziet, dat Edith staat te trillen, dat haar lippen droog zijn … Het is een erg frustrerende manier van vertellen, want als lezer ben je wel bij je volle verstand en wil je roepen: “Stoner, mep jezelf in het gezicht en focus! Kijk naar je bruid, stel haar gerust, luister naar de priester, praat met je familie!” Maar je kan alleen maar lijdzaam toekijken hoe hij zelf het hele gebeuren mist, hoe hij dan al vervreemd geraakt van zijn bruid, hoe het huwelijk dan al gedoemd is.
En die frustratie is precies wat deze roman zo goed maakt. Terwijl Stoner karakterloos is en een redelijk saai en betekenisloos leven leidt, blijf je als lezer hoop koesteren en blijf je bijna interactief lezen. Een ingewikkeld spel met woorden, dat een geslaagde dans met de inhoud opvoert.

 
Conclusie:
Hoe je het hebt gedaan, John Edward Williams, weet ik niet, maar het is een waardevol boek. Zet het maar tussen de literatuurlijsten.
 

De grenzeloze

Na 'Dark Places' had ik het wel even gehad met genres die ik eigenlijk niet lees. En aangezien ik nog minder van misdaadromans hou dan van thrillers, maar heel wat mensen in mijn omgeving wel, besloot ik zo vriendelijk te zijn om deze door te schuiven. Hier dus een gastrecensie van Marjan Op de beeck:

Wanneer rechercheur Carl van de afdeling Q, onopgeloste zaken, een telefoontje krijgt van een collega i.v.m. een oude zaak, legt hij dit al vlug naast zich neer.  Tot deze collega zelfmoord pleegt en het team niet anders kan dan ter plaatse te gaan en de feiten te bekijken. De aanvankelijke tegenzin verandert  stilaan in een geboeide zoektocht  van het ganse team.

Ik ga niet verder in op de inhoud om jullie zelf het  lees- en speurplezier te gunnen want ja, het is de moeite waard. In het begin moet je moeite doen om de verschillende verhaallijnen te volgen, de jaartallen bij het hoofdstuk zijn een goede richtlijn. Maar stilaan worden de personages heel vertrouwd en kan je moeilijk nog wachten om de volgende stappen te ontdekken. Het verhaal blijft tot de laatste pagina's voor verrassingen zorgen.

Af en toe merk je wel dat dit niet het eerste boek van een serie is (serie Q) en mis je wat achtergrond over de personages. Maar ik heb ontdekt dat onze bibliotheek de volledige serie bezit; ik weet dus wat ik de volgende tijd ga lezen.

Een klein minpuntje: de vertaling naar het Nederlands is duidelijk door een Nederlander/Nederlandse gedaan waardoor er enkele uitdrukkingen in voorkomen die voor een Vlaming 'buitenlands' aandoen. Maar voor de rest een meeslepende, vlot leesbare misdaadroman, die ik graag aanraad aan alle liefhebbers.

Voor allen die van misdaadromans houden: lezen maar! Voor allen die niet van misdaadromans houden: de volgende recensie bespreekt opnieuw een prachtboek.